..... naar gedichten 1 & 2
Graf te Blauwhuis
voor buurvrouw H., te G.
Hij rende weg, maar ontkwam niet,
en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.
Een strijdbaar opschrift roept van alles,
maar uit het bruin geëmaljeerd portret
kijkt een bedrukt en stil gezicht.
Een kind nog. Dag lieve jongen.
Gij, die Koning zijt, dit en dat, wat niet al, ja ja, kom er eens om,
Gij weet waarom het is, ik niet.
Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?
Mw Hofmeyer-Rijpma, buurvrouw van Reve in Greonterp, leest het gedicht: