Rutger Kopland (1934)
Kopland heet in het dagelijks leven meneer Van den Hoofdakker. Beide mooie namen voor een dichter en een psychiater (professor zelfs). Kopland werd geboren in Twente in een calvinistisch gezin en ging na de middelbare school in Assen medicijnen studeren in Groningen waar hij zich specialiseerde in slaapstoornissen en depressie. Zijn werk als psychiater klinkt nogal eens door in zijn gedichten:

Meneer K is nu voorgoed naar het gesticht / gebracht omdat hij iedere nacht naar moeder / wilde.
Het hielp niet eens meer als men zei dat / moeder 20 jaar geleden al gestorven was


In 2005 wordt Kopland zelf patiënt: terwijl hij achter het stuur zit, krijgt hij een hartaanval en knalt genadeloos hard tegen een boom. Er wordt voor zijn leven gevreesd.
'Ik was verstoord en agressief en werd overgebracht naar de gesloten afdeling in het ziekenhuis waar ik zelf jarenlang hoofd ben geweest.'

Kopland wordt veel gelezen en wint veel literaire prijzen (waaronder de belangrijke P.C. Hooftprijs) maar bedankte voor de verkiezing tot Dichter des Vaderlands en voor een koninklijke onderscheiding want 'die zijn bedoeld om mensen in het zonnetje te zetten die normaal gesproken in de schaduw staan'.
Kopland is getrouwd, heeft drie kinderen en geniet van z'n ouwe dag in Drenthe.

Bekijk hier de trailer van de documentaire die over Koplands leven en werk gemaakt is (Stichting Beeldlijn):

Poëzie
De poëzie van Kopland is behoorlijk toegankelijk. Volgens de Vlaamse dichter Herman de Coninck schrijft hij 'gedichten waar je heel gemakkelijk inkomt, maar niet meer uit geraakt'. Zijn vaak weemoedige poëzie gaat over de onveranderlijkheid van de mens, de onbereikbaarheid van de ander ('echt kennen kan ik je natuurlijk nooit') en het toeval. Maar Koplands belangrijkste thema is de dood:


'Er is geen enkel kunstwerk dat op een of andere manier de dood niet als onderwerp heeft. Elk kunstwerk verwijst naar de tijdelijkheid van ons bestaan. En het toeval dat we dit mogen meemaken. Het is vreemd om te bedenken dat wanneer mijn ouders een seconde later met elkaar naar bed gegaan waren dat er een heel ander kind uitgekomen zou zijn, en dat ik dus mijn eigenschappen te danken heb aan een enorme reeks toevalligheden. Het is ook de vraag of je daar gelukkig mee moet zijn. Van, wat heb ik geboft dat deze twee cellen elkaar gevonden hebben!'

Het gedicht Jonge sla is erg beroemd. Het werd de titel van een televisieprogramma, een toneelgroep en een tijdschrift. Kopland schijnt het gedicht in een paar minuten te hebben geschreven (het bevatte aanvankelijk nog meer groenten) toen hij ergens in de bergen op een camping stond. Later bekent hij: 'Ik ben er behoorlijk klaar mee.' Dat moet ook voor Heytze hebben gegolden die het parodieerde en omvormde tot 'Warme stront'.

Meer over Rutger Kopland:
Wikipedia
vpro dichters