Gerrit Achterberg (1905-1962)
Het leven van Gerrit Achterberg was niet eenvoudig. Achterberg was een in zichzelf gekeerde jongen die vaak kampte met depressieve en agressieve buien. Toen hij als 22-jarige in militaire dienst moest, werd hij al na een maand ontslagen wegens ‘zielsziekte’. In 1931 komt zijn eerste dichtbundel, getiteld Afvaart, uit. Dit debuut kwam niet zonder slag of stoot tot stand. In een briefje uit 1926 naar zijn steun en toeverlaat, een redacteur van een literair tijdschrift, verzucht hij:

‘Ik heb ’t zeer op prijs gesteld, dat U zich met mijn werk bemoeide, maar ik begin langzamerhand aan de zaak te wanhopen. Zoudt U niet denken, dat het maar beter is, er maar mee op te houden?’

Na drie stukgelopen verlovingen en diverse opnamen in psychiatrische ziekenhuizen, trekt Achterberg als werkloze en overspannen onderwijzer eind 1937 zijn pistool en schiet zijn hospita (een soort huurbazin bij wie je op kamers woont) dood. Achterberg geeft zichzelf aan bij de politie en wordt in hechtenis genomen. Hij belandt in het ‘Rijksasyls voor Psychopathen’ in Avereest, een dorpje niet ver van Zwolle. Deze hechtenis lijkt hem te kalmeren. Hij leest veel en zijn dichterschap komt tot bloei. Uiteindelijk vindt Achterberg op latere leeftijd wel wat rust. Hij trouwt en i
n 1952 smikkelt Achterberg van een heerlijke soepje met balletjes van zijn vrouw Cathrien van Baa. Onderwijl vraagt VARA-interviewer Jack van der Stern hem over hoe hij dicht. Dat moet in zekere zin onbewust gaan want:

Als je het denken gaat fixeren, dan laat zich niets naast denken dan dat je denkt hoe is het denken? Maar als ik denk aan een bal, dan denk je o, da's een gehaktbal. Maar dan denk je wat zit ik nou te denken, o ja, ik zit over ... dan is de bal weg hè
.

Achterberg overlijdt uiteindelijk vreedzaam na een dagje uit met zijn vrouw ten gevolge van een hartaanval.

Poëzie
In de poëzie van Achterberg probeert de dichter vaak een overleden geliefde door de dood heen te bereiken (maar het is te simpel om dat allemaal op die hospita te schuiven). Later wordt zijn thematiek wat algemener en beschrijft hij vooral het menselijk falen, het menselijk tekort. God komt ook nogal eens voor in Achterbergs gedichten, hetgeen niet onlogisch is omdat hij zeer calvinistisch (het calvinisme is een strenge vorm van protestants geloof met veel nadruk op schuldbesef) werd opgevoed.
Het werk van Achterberg wordt zeer gewaardeerd. Vandaar dat er nu nog, ruim 40 jaar na zijn dood, met grote regelmaat Achterbergsymposia worden gehouden, georganiseerd door het Gerrit Achterberggenootschap dat ook Achterbergjaarboeken uitgeeft. En een beetje stad heeft een Gerrit Achterbergstraat/laan/steeg.

Meer over Gerrit Achterberg:
Koninklijke Bibliotheek over Achterberg
vpro dichters
recensie uit Trouw over verzameld werk

Spits 28 feb 2002

Uit: Spits, donderdag 28 februari 2002