J.C. Bloem (1887-1966)
Jacques Bloem, meester in de rechten, was waarschijnlijk geen enorme lachebek. Althans, die indruk wekt zijn prachtige maar vaak droefstemmende poëzie. Op zijn grafsteen staat de slotregel van zijn gedicht 'Herinnering':
Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij.
Maar met zijn werk is het nog allerminst voorbij: Bloem geldt nog steeds als een van de belangrijkste Nederlandstalige dichters.

Poëzie
De gedichten van Bloem beschrijven vaak de onvolmaaktheid van het menselijk bestaan. Hoe ouder Bloem werd, hoe somberder, melancholischer en berustender hij werd. In 1937 dicht hij in de bundel 'De Nederlaag' (geen vrolijkstemmende titel!) nog wel een troost:
Wat ook het latere te lijden geeft,
Al wat men leed kan men niet weder lijden.

Dat lijkt veel wanneer de optimist tijdens de zoveelste regenbui op vakantie vaststelt: 'Wat nu valt, kan straks niet meer vallen.'
Bloem heeft uitermate zorgvuldige sonnetten geschreven.

Meer over J.C. Bloem:
Wikipedia
vpro dichters